Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate baantje
Synonyms for
baantje
in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
baantje:
baantje
baan:
positie
;
functie
;
baan
;
dienstbetrekking
;
job
;
werk
;
werkplek
;
werkkring
;
traject
;
route
;
weg
;
afstand
;
ronde
;
baanvak
;
etappe
;
pad
;
tournee
;
straat
;
straatweg
;
parcours
;
spoorweg
;
spoorbaan
;
spoor
;
rails
;
rijbaan
;
gedeelte van de weg
;
rijweg
;
rijstrook
baan
;
betrekking
;
positie
Dutch
Detailed Synonyms for
baantje
in Dutch
baantje:
baantje
[
het ~
]
noun
het baantje
het
baantje
baantje
[
het ~
]
noun
Related Words for "baantje":
baantjes
,
baan
baantje
form of
baan
:
baan
[
de ~ (m)
]
noun
de baan
de
positie
;
de
functie
;
de
baan
;
de
dienstbetrekking
;
de
job
positie
[
de ~ (v)
]
noun
functie
[
de ~ (v)
]
noun
baan
[
de ~ (m)
]
noun
dienstbetrekking
[
de ~ (v)
]
noun
job
[
de ~ (m)
]
noun
de baan
de
baan
;
het
werk
;
de
werkplek
;
de
werkkring
baan
[
de ~ (m)
]
noun
werk
[
het ~
]
noun
werkplek
[
de ~
]
noun
werkkring
[
de ~ (m)
]
noun
de baan
het
traject
;
de
route
;
de
afstand
;
de
baan
;
de
ronde
;
het
baanvak
;
de
etappe
;
het
pad
;
de
tournee
traject
[
het ~
]
noun
route
[
de ~
]
noun
afstand
[
de ~ (m)
]
noun
baan
[
de ~ (m)
]
noun
ronde
[
de ~
]
noun
baanvak
[
het ~
]
noun
etappe
[
de ~
]
noun
pad
[
het ~
]
noun
tournee
[
de ~ (v)
]
noun
de
weg
– route die je moet volgen om er te komen
1
weg
[
de ~ (m)
]
noun
weet u de weg naar Zaandam?
1
de baan
de
straat
– verharde weg tussen twee rijen huizen
1
straat
[
de ~
]
noun
in welke straat woon jij?
1
de
weg
– strook grond die geschikt is voor verkeer
1
weg
[
de ~ (m)
]
noun
die weg loopt van Amsterdam naar Amstelveen
1
de
baan
;
de
straatweg
baan
[
de ~ (m)
]
noun
straatweg
[
de ~ (m)
]
noun
de baan
de
parcours
;
de
baan
parcours
[
de ~
]
noun
,
plural
baan
[
de ~ (m)
]
noun
de baan
de
spoorweg
;
de
spoorbaan
;
de
spoor
;
de
baan
;
de
rails
spoorweg
[
de ~ (m)
]
noun
spoorbaan
[
de ~
]
noun
spoor
[
de ~
]
noun
baan
[
de ~ (m)
]
noun
rails
[
de ~
]
noun
,
plural
de baan
de
rijbaan
;
gedeelte van de weg
;
de
rijweg
;
de
rijstrook
;
de
baan
rijbaan
[
de ~
]
noun
gedeelte van de weg
[
znw.
]
noun
rijweg
[
de ~ (m)
]
noun
rijstrook
[
de ~
]
noun
baan
[
de ~ (m)
]
noun
baan
[
de ~
]
noun
de baan
– weg voor sporten
1
de
baan
– weg voor sporten
1
baan
[
de ~
]
noun
de tennisbaan is gesloten
1
de baan
– werk waarvoor je betaald wordt
1
de
baan
;
de
betrekking
;
de
positie
– werk waarvoor je betaald wordt
1
baan
[
de ~
]
noun
zij heeft een baan als verpleegster
1
betrekking
[
de ~ (v)
]
noun
het leraarschap lijkt me een goede betrekking
1
positie
[
de ~ (v)
]
noun
zij heeft een goede positie bij een bank
1
de baan
– strook van stof of papier
1
de
baan
– strook van stof of papier
1
baan
[
de ~
]
noun
we plakten een baan behang op de muur
1
Related Words for "baan":
banen
,
baantje
Alternate Synonyms for "baan":
reep
betrekking
;
positie
Related Definitions for "baan":
weg voor sporten
1
de tennisbaan is gesloten
1
werk waarvoor je betaald wordt
1
zij heeft een baan als verpleegster
1
strook van stof of papier
1
we plakten een baan behang op de muur
1
1
Muiswerk Woordenboek
Remove Ads
Remove Ads