Bureaus: Synonyms in Dutch

Summary

Dutch Synonyms: more detail...

bureaus:
- bedrijven; bureaus; kantoren; instituten; diensten; schrijftafels; schrijfbureaus
bureau:
- bureau; schrijftafel; lessenaar; schrijfbureau; bureaumeubel

Dutch

Detailed Synonyms for bureaus in Dutch

de bureaus
de bedrijven; de bureaus
- bedrijven [de ~] noun, plural
- bureaus [de ~] noun, plural
de bureaus
de kantoren; de bureaus
- kantoren [de ~] noun, plural
- bureaus [de ~] noun, plural
de bureaus
de instituten; de diensten; de bureaus
- instituten [de ~] noun, plural
- diensten [de ~] noun, plural
- bureaus [de ~] noun, plural
de bureaus
de bureaus; de schrijftafels; de schrijfbureaus
- bureaus [de ~] noun, plural
- schrijftafels [de ~] noun, plural
- schrijfbureaus [de ~] noun, plural

het bureau
het bureau; de schrijftafel; de lessenaar; het schrijfbureau
- bureau [het ~] noun
- schrijftafel [de ~] noun
- lessenaar [de ~ (m)] noun
- schrijfbureau [het ~] noun
het bureau
het bureau; bureaumeubel
- bureau [het ~] noun
- bureaumeubel [znw.] noun
het bureau

– gebouw of kamer met een kantoor daarin ¹
het bureau
– gebouw of kamer met een kantoor daarin ¹
- bureau [het ~] noun
  - je moet dit melden bij het bureau bevolking¹
het bureau

– schrijftafel met laden eronder ¹
het bureau
– schrijftafel met laden eronder ¹
- bureau [het ~] noun
  - hij maakt zijn huiswerk aan een bureau¹

gebouw of kamer met een kantoor daarin¹
- je moet dit melden bij het bureau bevolking¹
schrijftafel met laden eronder¹
- hij maakt zijn huiswerk aan een bureau¹