Dutch
Detailed Synonyms for kranig in Dutch
kranig:
-
kranig
stoutmoedig; koen; onbeducht; onverschrokken; onbevreesd; vermetel; manmoedig; onvervaard; kranig-
stoutmoedig adj
-
koen adj
-
onbeducht adj
-
onverschrokken adj
-
onbevreesd adj
-
vermetel adj
-
manmoedig adj
-
onvervaard adj
-
kranig adj
-