Dutch
Detailed Synonyms for verpot in Dutch
verpot:
verpotten:
-
verpotten
Conjugations for verpotten:
o.t.t.
- verpot
- verpot
- verpot
- verpotten
- verpotten
- verpotten
o.v.t.
- verpotte
- verpotte
- verpotte
- verpotten
- verpotten
- verpotten
v.t.t.
- heb verpot
- hebt verpot
- heeft verpot
- hebben verpot
- hebben verpot
- hebben verpot
v.v.t.
- had verpot
- had verpot
- had verpot
- hadden verpot
- hadden verpot
- hadden verpot
o.t.t.t.
- zal verpotten
- zult verpotten
- zal verpotten
- zullen verpotten
- zullen verpotten
- zullen verpotten
o.v.t.t.
- zou verpotten
- zou verpotten
- zou verpotten
- zouden verpotten
- zouden verpotten
- zouden verpotten
diversen
- verpot!
- verpot!
- verpot
- verpottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze