Dutch
Detailed Translations for behelzen from Dutch to Swedish
behelzen:
-
behelzen (inhouden)
Conjugations for behelzen:
o.t.t.
- behels
- behelst
- behelst
- behelzen
- behelzen
- behelzen
o.v.t.
- behelsde
- behelsde
- behelsde
- behelsden
- behelsden
- behelsden
v.t.t.
- heb behelsd
- hebt behelsd
- heeft behelsd
- hebben behelsd
- hebben behelsd
- hebben behelsd
v.v.t.
- had behelsd
- had behelsd
- had behelsd
- hadden behelsd
- hadden behelsd
- hadden behelsd
o.t.t.t.
- zal behelzen
- zult behelzen
- zal behelzen
- zullen behelzen
- zullen behelzen
- zullen behelzen
o.v.t.t.
- zou behelzen
- zou behelzen
- zou behelzen
- zouden behelzen
- zouden behelzen
- zouden behelzen
diversen
- behels!
- behelst!
- behelsd
- behelzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
behelzen (inhouden)
Translation Matrix for behelzen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
innehåll | behelzen; inhouden | aanbevolen inhoud; betekenis; capaciteit; grootte in de ruimte; inhoud; inhoudsruimte; onderwerp; strekking; subject; tendens; thema; thema van een boek; volume; waarmee iets gevuld is; wat ergens in zit |
omfattande | behelzen; inhouden | uitgebreidheid; uitgestrektheid |
Verb | Related Translations | Other Translations |
inkludera | behelzen; inhouden | binnenwerpen; erbij rekenen; meerekenen; meetellen |
innefatta | behelzen; inhouden | |
inräkna | behelzen; inhouden | |
räkna in | behelzen; inhouden | meerekenen; meetellen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
omfattande | groots; grootschalig; grootscheeps; uitvoerig; veelomvattend |