Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. wissen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wissen from Dutch to Swedish

wissen:

wissen verb (wis, wist, wiste, wisten, gewist)

  1. wissen (uitvlakken; uitwissen; wegvegen; )
    ta bort; torka bort
    • ta bort verb (tar bort, tog bort, tagit bort)
    • torka bort verb (torkar bort, torkade bort, torkat bort)

Conjugations for wissen:

o.t.t.
  1. wis
  2. wist
  3. wist
  4. wissen
  5. wissen
  6. wissen
o.v.t.
  1. wiste
  2. wiste
  3. wiste
  4. wisten
  5. wisten
  6. wisten
v.t.t.
  1. heb gewist
  2. hebt gewist
  3. heeft gewist
  4. hebben gewist
  5. hebben gewist
  6. hebben gewist
v.v.t.
  1. had gewist
  2. had gewist
  3. had gewist
  4. hadden gewist
  5. hadden gewist
  6. hadden gewist
o.t.t.t.
  1. zal wissen
  2. zult wissen
  3. zal wissen
  4. zullen wissen
  5. zullen wissen
  6. zullen wissen
o.v.t.t.
  1. zou wissen
  2. zou wissen
  3. zou wissen
  4. zouden wissen
  5. zouden wissen
  6. zouden wissen
diversen
  1. wis!
  2. wist!
  3. gewist
  4. wissend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wissen:

NounRelated TranslationsOther Translations
ta bort wegruimen
VerbRelated TranslationsOther Translations
ta bort uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen afnemen; afstoffen; afvoeren; afzonderen; ecarteren; lichten; meedragen; nemen uit; publicatie ongedaan maken; stoffen; uitlichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; wegdragen; weghalen; wegnemen; wegsjouwen; wegslepen; wegvoeren; wegwerken
torka bort uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen wegpinken

Related Words for "wissen":

  • wis

Antonyms for "wissen":


Related Definitions for "wissen":

  1. het er vanaf vegen1
    • hij wiste zich het zweet van het voorhoofd1

Wiktionary Translations for wissen:


Cross Translation:
FromToVia
wissen stryka strike — to delete
wissen radera wipe — erase a computer disk

wis:


Related Words for "wis":


Wiktionary Translations for wis:


Cross Translation:
FromToVia
wis ofarlig; säker; trygg; pålitlig; tillförlitlig; given sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.