Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: begeren

Dutch and Swedish Translation Search Results for begeren

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

begeren:
- önska; känna begär efter
- längtan
Wiktionary:
- begeren → begära, hoppas, önska

Dutch

Detailed Translations for begeren from Dutch to Swedish

begeren:

begeren verb (begeer, begeert, begeerde, begeerden, begeerd)

begeren (verlangen)
önska; känna begär efter
- önska verb (önskar, önskade, önskat)
- känna begär efter verb (känner begär efter, kännde begär efter, kännt begär efter)

Conjugations for begeren:

o.t.t.

begeer
begeert
begeert
begeren
begeren
begeren

o.v.t.

begeerde
begeerde
begeerde
begeerden
begeerden
begeerden

v.t.t.

heb begeerd
hebt begeerd
heeft begeerd
hebben begeerd
hebben begeerd
hebben begeerd

v.v.t.

had begeerd
had begeerd
had begeerd
hadden begeerd
hadden begeerd
hadden begeerd

o.t.t.t.

zal begeren
zult begeren
zal begeren
zullen begeren
zullen begeren
zullen begeren

o.v.t.t.

zou begeren
zou begeren
zou begeren
zouden begeren
zouden begeren
zouden begeren

diversen

begeer!
begeert!
begeerd
begerend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

begeren [znw.] noun

begeren (verlangen; wensen; smachten; zucht; lust)
längtan
- längtan noun

Translation Matrix for begeren:

Noun	Related Translations	Other Translations
längtan	begeren; lust; smachten; verlangen; wensen; zucht	begeerte; hunkeren; hunkering; smachten; verlangen
önska		begeerte; heftig verlangen; lust
Verb	Related Translations	Other Translations
känna begär efter	begeren; verlangen
önska	begeren; verlangen	hunkeren; sterk verlangen; toewensen; wensen; willen

Wiktionary Translations for begeren:

Cross Translation:

From	To	Via
• begeren	→ begära	↔ covet — to wish for with eagerness
• begeren	→ hoppas; önska	↔ souhaiter — former un souhait.

External Machine Translations: