Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- synchroniseren:
- Synchroniseren:
-
Wiktionary:
- synchroniseren → synkronisera
Dutch
Detailed Translations for synchroniseren from Dutch to Swedish
synchroniseren:
synchroniseren verb (synchroniseer, synchroniseert, synchroniseerde, synchroniseerden, gesynchroniseerd)
-
synchroniseren (gelijkzetten)
-
synchroniseren
Conjugations for synchroniseren:
o.t.t.
- synchroniseer
- synchroniseert
- synchroniseert
- synchroniseren
- synchroniseren
- synchroniseren
o.v.t.
- synchroniseerde
- synchroniseerde
- synchroniseerde
- synchroniseerden
- synchroniseerden
- synchroniseerden
v.t.t.
- ben gesynchroniseerd
- bent gesynchroniseerd
- is gesynchroniseerd
- zijn gesynchroniseerd
- zijn gesynchroniseerd
- zijn gesynchroniseerd
v.v.t.
- was gesynchroniseerd
- was gesynchroniseerd
- was gesynchroniseerd
- waren gesynchroniseerd
- waren gesynchroniseerd
- waren gesynchroniseerd
o.t.t.t.
- zal synchroniseren
- zult synchroniseren
- zal synchroniseren
- zullen synchroniseren
- zullen synchroniseren
- zullen synchroniseren
o.v.t.t.
- zou synchroniseren
- zou synchroniseren
- zou synchroniseren
- zouden synchroniseren
- zouden synchroniseren
- zouden synchroniseren
diversen
- synchroniseer!
- synchroniseert!
- gesynchroniseerd
- synchoniserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for synchroniseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
synchronisera | gelijkzetten; synchroniseren | |
synkronisera | synchroniseren | dubben; nasynchroniseren; op elkaar afstemmen |
Wiktionary Translations for synchroniseren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• synchroniseren | → synkronisera | ↔ synchronize — cause two events to have coordinated timing |
Synchroniseren:
Translation Matrix for Synchroniseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
Synka | Synchroniseren |