Dutch
Detailed Translations for geuren from Dutch to Swedish
geuren:
-
geuren (een geur verspreiden; ruiken; rieken)
-
geuren (stinken; ruiken; meuren; een luchtje hebben; rieken; walmen)
-
geuren (pralen; pronken; te kijk lopen met)
Conjugations for geuren:
o.t.t.
- geur
- geurt
- geurt
- geuren
- geuren
- geuren
o.v.t.
- geurde
- geurde
- geurde
- geurden
- geurden
- geurden
v.t.t.
- heb gegeurd
- hebt gegeurd
- heeft gegeurd
- hebben gegeurd
- hebben gegeurd
- hebben gegeurd
v.v.t.
- had gegeurd
- had gegeurd
- had gegeurd
- hadden gegeurd
- hadden gegeurd
- hadden gegeurd
o.t.t.t.
- zal geuren
- zult geuren
- zal geuren
- zullen geuren
- zullen geuren
- zullen geuren
o.v.t.t.
- zou geuren
- zou geuren
- zou geuren
- zouden geuren
- zouden geuren
- zouden geuren
diversen
- guer!
- guert!
- gegeurd
- geurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for geuren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
glänsa | geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met | fonkelen; glinsteren; licht schijnen; schitteren; stralen |
lukta | een geur verspreiden; geuren; rieken; ruiken | lucht krijgen van |
lukta illa | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | |
stinka | een luchtje hebben; geuren; meuren; rieken; ruiken; stinken; walmen | |
visa upp sig | geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met |
Wiktionary Translations for geuren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geuren | → lukta; dofta | ↔ smell — have the smell of |
• geuren | → lukta; dofta | ↔ smell — have a particular smell |
• geuren | → dofta | ↔ embaumer — introduire dans un cadavre des substances propres à empêcher qu’il ne se corrompre. |
• geuren | → dofta | ↔ sentir — Traductions à trier suivant le sens |
External Machine Translations: