Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. schillen:
  2. schil:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for schillen from Dutch to Swedish

schillen:

schillen verb (schil, schilt, schilde, schilden, geschild)

  1. schillen (pellen; jassen)
    skala
    • skala verb (skalar, skalade, skalat)

Conjugations for schillen:

o.t.t.
  1. schil
  2. schilt
  3. schilt
  4. schillen
  5. schillen
  6. schillen
o.v.t.
  1. schilde
  2. schilde
  3. schilde
  4. schilden
  5. schilden
  6. schilden
v.t.t.
  1. heb geschild
  2. hebt geschild
  3. heeft geschild
  4. hebben geschild
  5. hebben geschild
  6. hebben geschild
v.v.t.
  1. had geschild
  2. had geschild
  3. had geschild
  4. hadden geschild
  5. hadden geschild
  6. hadden geschild
o.t.t.t.
  1. zal schillen
  2. zult schillen
  3. zal schillen
  4. zullen schillen
  5. zullen schillen
  6. zullen schillen
o.v.t.t.
  1. zou schillen
  2. zou schillen
  3. zou schillen
  4. zouden schillen
  5. zouden schillen
  6. zouden schillen
en verder
  1. ben geschild
  2. bent geschild
  3. is geschild
  4. zijn geschild
  5. zijn geschild
  6. zijn geschild
diversen
  1. schil!
  2. schilt!
  3. geschild
  4. schillend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

schillen [de ~] noun, plural

  1. de schillen
    skinn; hudar

Translation Matrix for schillen:

NounRelated TranslationsOther Translations
hudar schillen afgestroopte vellen; dierenhuiden; huiden; vellen
skala gamma; scala; spectrum
skinn schillen afzetting met bont; dierenhuiden; hachje; huid; huiden; vel; vellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
skala jassen; pellen; schillen schaal aanpassen

Related Words for "schillen":


Wiktionary Translations for schillen:


Cross Translation:
FromToVia
schillen skala pare — To remove the outer covering or skin of something with a knife
schillen skala ned; göra avkall; minska pare — To reduce or trim something (as if) by cutting off
schillen skala peel — to remove skin
schillen skinna; upptäcka dépouiller — Traductions à trier suivant le sens

schil:

schil [de ~] noun

  1. de schil (bolster; schaal; dop)
    skal; kapsyl
  2. de schil (peul; vel)
    skal

Translation Matrix for schil:

NounRelated TranslationsOther Translations
kapsyl bolster; dop; schaal; schil capsule; kroonkurk
skal bolster; dop; peul; schaal; schil; vel chassis; geraamte; huls; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; schaal; schelp; verpakking; weergave

Related Words for "schil":


Wiktionary Translations for schil:


Cross Translation:
FromToVia
schil skal peel — skin of a fruit
schil skal rind — hard outer layer of fruit, cheese
schil bark écorce — Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux

Related Translations for schillen