Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. afkraken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afkraken from Dutch to Swedish

afkraken:

afkraken verb (kraak af, kraakt af, kraakte af, kraakten af, afgekraakt)

  1. afkraken (kritiseren; katten; kraken)
    kritisera
    • kritisera verb (kritiserar, kritiserade, kritiserat)

Conjugations for afkraken:

o.t.t.
  1. kraak af
  2. kraakt af
  3. kraakt af
  4. kraken af
  5. kraken af
  6. kraken af
o.v.t.
  1. kraakte af
  2. kraakte af
  3. kraakte af
  4. kraakten af
  5. kraakten af
  6. kraakten af
v.t.t.
  1. heb afgekraakt
  2. hebt afgekraakt
  3. heeft afgekraakt
  4. hebben afgekraakt
  5. hebben afgekraakt
  6. hebben afgekraakt
v.v.t.
  1. had afgekraakt
  2. had afgekraakt
  3. had afgekraakt
  4. hadden afgekraakt
  5. hadden afgekraakt
  6. hadden afgekraakt
o.t.t.t.
  1. zal afkraken
  2. zult afkraken
  3. zal afkraken
  4. zullen afkraken
  5. zullen afkraken
  6. zullen afkraken
o.v.t.t.
  1. zou afkraken
  2. zou afkraken
  3. zou afkraken
  4. zouden afkraken
  5. zouden afkraken
  6. zouden afkraken
diversen
  1. kraak af!
  2. kraakt af!
  3. afgekraakt
  4. afkrakende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for afkraken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
kritisera afkraken; katten; kraken; kritiseren bekritiseren; beoordelen; een klacht indienen; goed- of afkeuren; hekelen; klagen; recenseren; zijn beklag indienen

Wiktionary Translations for afkraken:


Cross Translation:
FromToVia
afkraken skälla ut lambaste — to scold or verbally reprimand