Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- invullen:
-
Wiktionary:
- invullen → lägga till, tillägga, komplettera, förfullständiga, fullständiga, utfylla
Dutch
Detailed Translations for invullen from Dutch to Swedish
invullen:
-
invullen (invulling)
Conjugations for invullen:
o.t.t.
- vul in
- vult in
- vult in
- vullen in
- vullen in
- vullen in
o.v.t.
- vulde in
- vulde in
- vulde in
- vulden in
- vulden in
- vulden in
v.t.t.
- heb ingevuld
- hebt ingevuld
- heeft ingevuld
- hebben ingevuld
- hebben ingevuld
- hebben ingevuld
v.v.t.
- had ingevuld
- had ingevuld
- had ingevuld
- hadden ingevuld
- hadden ingevuld
- hadden ingevuld
o.t.t.t.
- zal invullen
- zult invullen
- zal invullen
- zullen invullen
- zullen invullen
- zullen invullen
o.v.t.t.
- zou invullen
- zou invullen
- zou invullen
- zouden invullen
- zouden invullen
- zouden invullen
en verder
- ben ingevuld
- bent ingevuld
- is ingevuld
- zijn ingevuld
- zijn ingevuld
- zijn ingevuld
diversen
- vul in!
- vult in!
- ingevuld
- invullend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for invullen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
färdigställandet | invullen; invulling | |
infyllande | invullen; invulling | |
uppfyllandet | invullen; invulling | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fylla i | invullen |
Wiktionary Translations for invullen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• invullen | → lägga till; tillägga; komplettera | ↔ ergänzen — etwas hinzufügen |
• invullen | → förfullständiga; fullständiga; utfylla; komplettera | ↔ compléter — rendre complet. |