Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. vloer:
  2. vloeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vloer from Dutch to Swedish

vloer:

vloer [de ~ (m)] noun

  1. de vloer (grond)
    golv

Translation Matrix for vloer:

NounRelated TranslationsOther Translations
golv grond; vloer

Related Words for "vloer":


Related Definitions for "vloer":

  1. grondvlak van een ruimte1
    • wij hebben een vloer van planken1

Wiktionary Translations for vloer:

vloer
noun
  1. bodem van een ruimte in een gebouw

Cross Translation:
FromToVia
vloer golv floor — lower part of a room
vloer golv Fußboden — begehbare Fläche in einem Raum
vloer golv; tilja plancherouvrage de charpente fait d’un assemblage de solives, recouvrir de planches former plate-forme sur l’aire d’un rez-de-chaussée, ou séparer deux étages d’un bâtiment.

vloer form of vloeren:

vloeren verb (vloer, vloert, vloerde, vloerden, gevloerd)

  1. vloeren (neerslaan; onderuithalen; omslaan)
    dra ner; knuffa ner
    • dra ner verb (drar ner, drog ner, dragit ner)
    • knuffa ner verb (knuffar ner, knuffade ner, knuffat ner)
  2. vloeren (iemand neerslaan; omslaan)
    slå ner; slå omkull
    • slå ner verb (slår ner, slog ner, slagit ner)
    • slå omkull verb (slår omkull, slog omkull, slagit omkull)

Conjugations for vloeren:

o.t.t.
  1. vloer
  2. vloert
  3. vloert
  4. vloeren
  5. vloeren
  6. vloeren
o.v.t.
  1. vloerde
  2. vloerde
  3. vloerde
  4. vloerden
  5. vloerden
  6. vloerden
v.t.t.
  1. heb gevloerd
  2. hebt gevloerd
  3. heeft gevloerd
  4. hebben gevloerd
  5. hebben gevloerd
  6. hebben gevloerd
v.v.t.
  1. had gevloerd
  2. had gevloerd
  3. had gevloerd
  4. hadden gevloerd
  5. hadden gevloerd
  6. hadden gevloerd
o.t.t.t.
  1. zal vloeren
  2. zult vloeren
  3. zal vloeren
  4. zullen vloeren
  5. zullen vloeren
  6. zullen vloeren
o.v.t.t.
  1. zou vloeren
  2. zou vloeren
  3. zou vloeren
  4. zouden vloeren
  5. zouden vloeren
  6. zouden vloeren
diversen
  1. vloer!
  2. vloert!
  3. gevloerd
  4. vloerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vloeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
dra ner omhalen
VerbRelated TranslationsOther Translations
dra ner neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren afknotten; anatomiseren; omvertrekken; ontleden; uit elkaar nemen
knuffa ner neerslaan; omslaan; onderuithalen; vloeren
slå ner iemand neerslaan; omslaan; vloeren moedeloos maken
slå omkull iemand neerslaan; omslaan; vloeren omduwen; omstoten; omverslaan; omverstoten

Related Words for "vloeren":


Wiktionary Translations for vloeren:


Cross Translation:
FromToVia
vloeren golva floor — strike down

External Machine Translations: