Dutch
Detailed Translations for speld from Dutch to Swedish
speld:
Translation Matrix for speld:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pinne | pin; speld | haakje; klem; ophanghaakje; pen; pin |
Related Words for "speld":
Wiktionary Translations for speld:
speld form of spelden:
-
de spelden
-
spelden (pinnen)
Conjugations for spelden:
o.t.t.
- speld
- speldt
- speldt
- spelden
- spelden
- spelden
o.v.t.
- speldde
- speldde
- speldde
- speldden
- speldden
- speldden
v.t.t.
- heb gespeld
- hebt gespeld
- heeft gespeld
- hebben gespeld
- hebben gespeld
- hebben gespeld
v.v.t.
- had gespeld
- had gespeld
- had gespeld
- hadden gespeld
- hadden gespeld
- hadden gespeld
o.t.t.t.
- zal spelden
- zult spelden
- zal spelden
- zullen spelden
- zullen spelden
- zullen spelden
o.v.t.t.
- zou spelden
- zou spelden
- zou spelden
- zouden spelden
- zouden spelden
- zouden spelden
en verder
- ben gespeld
- bent gespeld
- is gespeld
- zijn gespeld
- zijn gespeld
- zijn gespeld
diversen
- speld!
- speldt!
- gespeld
- speldend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for spelden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
broscher | spelden | |
knappnålar | spelden | |
nålar | spelden | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
fastnåla | pinnen; spelden |