Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- steunen:
-
steun:
- krycka; stöttepelare; stävband; gren; skrev; klyka; storstag; stöd; understöd; hjälp; medverkan; uppmuntran; socialhjälp
- Wiktionary:
Dutch
Detailed Translations for steunen from Dutch to Swedish
steunen:
-
steunen (stutten; ondersteunen; schoren; dragen; schragen)
-
steunen (ondersteunen; rugsteunen)
-
steunen (gelijk geven; bijvallen)
-
steunen (kreunen)
-
steunen (instemmen; rugsteunen; bijvallen)
Conjugations for steunen:
o.t.t.
- steun
- steunt
- steunt
- steunen
- steunen
- steunen
o.v.t.
- steunde
- steunde
- steunde
- steunden
- steunden
- steunden
v.t.t.
- heb gesteund
- hebt gesteund
- heeft gesteund
- hebben gesteund
- hebben gesteund
- hebben gesteund
v.v.t.
- had gesteund
- had gesteund
- had gesteund
- hadden gesteund
- hadden gesteund
- hadden gesteund
o.t.t.t.
- zal steunen
- zult steunen
- zal steunen
- zullen steunen
- zullen steunen
- zullen steunen
o.v.t.t.
- zou steunen
- zou steunen
- zou steunen
- zouden steunen
- zouden steunen
- zouden steunen
en verder
- ben gesteund
- bent gesteund
- is gesteund
- zijn gesteund
- zijn gesteund
- zijn gesteund
diversen
- steun!
- steunt!
- gesteund
- steunend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de steunen (stutten; schoorbalken)
-
de steunen (kreunen; zuchten)
Translation Matrix for steunen:
Related Words for "steunen":
Related Definitions for "steunen":
Wiktionary Translations for steunen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steunen | → backa upp | ↔ back — to support |
• steunen | → stötta; stödja; bära upp | ↔ support — to keep from falling |
• steunen | → stödja | ↔ support — to back a cause, party etc. mentally or with concrete aid |
• steunen | → stödja | ↔ unterstützen — (Zusammenarbeit) bei etwas helfen; etwas Hilfreiches hinzugeben |
• steunen | → stödja | ↔ accoter — appuyer d’un côté pour soutenir. |
• steunen | → stödja | ↔ appuyer — placer contre quelque chose. |
• steunen | → behålla; förvara; konservera | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |
steun:
-
de steun (toeverlaat; steunpilaar)
-
de steun (support; ondersteuning)
-
de steun (aansporing; aanmoediging; opwekking; aansporen; stimulans)
uppmuntran-
uppmuntran noun
-
-
de steun (houvast; ondersteuning)
-
de steun (hulp; ondersteuning; bijstand)
-
de steun (maatschappelijke hulpverlening; ondersteuning; bijstand; hulp)
Translation Matrix for steun:
Related Words for "steun":
Related Definitions for "steun":
Wiktionary Translations for steun:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• steun | → stötta | ↔ buttress — brick or stone structure built against another structure to support it |
• steun | → stötta | ↔ buttress — anything that serves to support something |
• steun | → stöd | ↔ support — financial or other help |
• steun | → stöd | ↔ Krücke — im übertragenen Sinn: ein Hilfsmittel |
• steun | → stöd | ↔ appui — Ce qui sert à soutenir une chose ou une personne pour l’empêcher de tomber, de chanceler, etc. |