Dutch
Detailed Translations for veronderstellen from Dutch to Swedish
veronderstellen:
-
veronderstellen (aannemen; uitgaan van)
Conjugations for veronderstellen:
o.t.t.
- veronderstel
- veronderstelt
- veronderstelt
- veronderstellen
- veronderstellen
- veronderstellen
o.v.t.
- veronderstelde
- veronderstelde
- veronderstelde
- veronderstelden
- veronderstelden
- veronderstelden
v.t.t.
- heb verondersteld
- hebt verondersteld
- heeft verondersteld
- hebben verondersteld
- hebben verondersteld
- hebben verondersteld
v.v.t.
- had verondersteld
- had verondersteld
- had verondersteld
- hadden verondersteld
- hadden verondersteld
- hadden verondersteld
o.t.t.t.
- zal veronderstellen
- zult veronderstellen
- zal veronderstellen
- zullen veronderstellen
- zullen veronderstellen
- zullen veronderstellen
o.v.t.t.
- zou veronderstellen
- zou veronderstellen
- zou veronderstellen
- zouden veronderstellen
- zouden veronderstellen
- zouden veronderstellen
diversen
- veronderstel!
- veronderstelt!
- verondersteld
- veronderstellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for veronderstellen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
förmoda | vermoeden; veronderstelling | |
påståelse | veronderstellen | beweren |
Verb | Related Translations | Other Translations |
anta | aannemen; uitgaan van; veronderstellen | naar voren brengen; opperen; poneren; stellen |
förmoda | aannemen; uitgaan van; veronderstellen | gissen; gissing maken; postuleren; raden; vooronderstellen |
Wiktionary Translations for veronderstellen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• veronderstellen | → anta | ↔ assume — to suppose to be true |
• veronderstellen | → gissa | ↔ guess — to reach an unqualified conclusion |
• veronderstellen | → anta; förutsätta | ↔ suppose — theorize; hypothesize |
• veronderstellen | → anta | ↔ annehmen — eine Vermutung anstellen |
• veronderstellen | → anta | ↔ supposer — Poser une chose pour établie (sens général) |