Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: zondag

Dutch and Swedish Translation Search Results for zondag

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

zondag:
- söndag
Wiktionary:
- zondag → söndag
- zondag → söndag

Dutch

Detailed Translations for zondag from Dutch to Swedish

zondag:

zondag [de ~ (m)] noun

de zondag
söndag
- söndag [-en] noun

Translation Matrix for zondag:

Noun	Related Translations	Other Translations
söndag	zondag

Related Words for "zondag":

zondagen, zondags

Wiktionary Translations for zondag:

zondag

noun

een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt
- zondag → söndag

Cross Translation:

From	To	Via
• zondag	→ söndag	↔ Sunday — day of the week
• zondag	→ söndag	↔ Sonntag — Wochentag zwischen Samstag und Montag
• zondag	→ söndag	↔ dimanche — septièmeréf jour de la semaine. Suit le samedi et précède le lundi.

External Machine Translations:

Swedish

Detailed Translations for zondag from Swedish to Dutch

zondag: ^{(*Using Word and Sentence Splitter)}

zon: district; gebied; provincie; terrein; streek; zone; gordel; gewest; territorium; rayon; ressort; rechtsgebied; rijksonderdeel; luchtstreek; klimaatgordel; rayon van een bedrijf
dag: dag

External Machine Translations: