Summary
Dutch
Detailed Translations for kijken naar from Dutch to Swedish
kijken naar:
-
kijken naar
Conjugations for kijken naar:
o.t.t.
- kijk naar
- kijkt naar
- kijkt naar
- kijken naar
- kijken naar
- kijken naar
o.v.t.
- keek naar
- keek naar
- keek naar
- keken naar
- keken naar
- keken naar
v.t.t.
- heb gekeken naar
- hebt gekeken naar
- heeft gekeken naar
- hebben gekeken naar
- hebben gekeken naar
- hebben gekeken naar
v.v.t.
- had gekeken naar
- had gekeken naar
- had gekeken naar
- hadden gekeken naar
- hadden gekeken naar
- hadden gekeken naar
o.t.t.t.
- zal kijken naar
- zult kijken naar
- zal kijken naar
- zullen kijken naar
- zullen kijken naar
- zullen kijken naar
o.v.t.t.
- zou kijken naar
- zou kijken naar
- zou kijken naar
- zouden kijken naar
- zouden kijken naar
- zouden kijken naar
en verder
- is gekeken naar
diversen
- kijk naar!
- kijkt naar!
- gekeken naar
- kijkend naar
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kijken naar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
titta på | kijken | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
kika på | kijken naar | begluren; gluren |
se på | kijken naar | kijken; schouwen; toeschouwen |
titta på | kijken naar | aanblikken; aankijken; aanzien; bekijken; bezichtigen; gadeslaan; inspecteren; kijken; observeren; waarnemen; zien |
Wiktionary Translations for kijken naar:
External Machine Translations: