Dutch
Detailed Translations for afbeelden from Dutch to Swedish
afbeelden:
-
afbeelden (portretteren; tekenen; schilderen)
Conjugations for afbeelden:
o.t.t.
- beeld af
- beeldt af
- beeldt af
- beelden af
- beelden af
- beelden af
o.v.t.
- beeldde af
- beeldde af
- beeldde af
- beeldden af
- beeldden af
- beeldden af
v.t.t.
- heb afgebeeld
- hebt afgebeeld
- heeft afgebeeld
- hebben afgebeeld
- hebben afgebeeld
- hebben afgebeeld
v.v.t.
- had afgebeeld
- had afgebeeld
- had afgebeeld
- hadden afgebeeld
- hadden afgebeeld
- hadden afgebeeld
o.t.t.t.
- zal afbeelden
- zult afbeelden
- zal afbeelden
- zullen afbeelden
- zullen afbeelden
- zullen afbeelden
o.v.t.t.
- zou afbeelden
- zou afbeelden
- zou afbeelden
- zouden afbeelden
- zouden afbeelden
- zouden afbeelden
diversen
- beeld af!
- beeldt af!
- afgebeeld
- afbeeldende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
afbeelden (afbeelding; beeld; portret; scene; tafereel; prent)
-
afbeelden (afschilderen)
Translation Matrix for afbeelden:
Noun | Related Translations | Other Translations |
avmålning | afbeelden; afschilderen | |
bild | afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel | afbeelding; beeltenis; digitale afbeelding; doek; figuur van een grafmonument; graffiguur; illustraties; imago; plaatje; plaatjes; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau; visioen |
framställande | afbeelden; afschilderen | inkleding; wijze van voorstellen |
portrett | afbeelden; afbeelding; beeld; portret; prent; scene; tafereel | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
avbilda | afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen | afschilderen; doen lijken; dupliceren; uitschilderen |
måla av | afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen | |
porträttera | afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen | uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken |