Dutch
Detailed Translations for onrecht from Dutch to Swedish
onrecht:
-
het onrecht (onrechtvaardigheid; onbillijkheid; ongerechtigheid)
-
het onrecht (ongelijk)
Translation Matrix for onrecht:
Noun | Related Translations | Other Translations |
fel | ongelijk; onrecht | abuis; blaam; bug; defect; dwaling; euvel; feil; fout; fouten; gebrek; gebreken; incorrectheid; machinedefect; mankement; mankementen; misgreep; misslag; misstap; ongemakken; onjuistheid; ontstentenis; onvolkomenheid; vergissing; wanprestatie |
ojämlikhet | onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid | |
orätt | onbillijkheid; ongelijk; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid | verkeerde |
orättfärdighet | onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid | verkeerde |
orättvisa | onbillijkheid; ongerechtigheid; onrecht; onrechtvaardigheid | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
fel | abusief; doorelkaar; ernaast; fout; foutief; in de war; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; verkeerd |