Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. reserveren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for reserveren from Dutch to Swedish

reserveren:

reserveren verb (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)

  1. reserveren (behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden)
    reservera; hålla inne med; spara; lägga av
    • reservera verb (reserverar, reserverade, reserverat)
    • hålla inne med verb (håller inne med, höll inne med, hållit inne med)
    • spara verb (sparar, sparade, sparat)
    • lägga av verb (lägger av, lade av, lagt av)
  2. reserveren (reis boeken; vastleggen; bespreken)
    reservera; lägga av; spara
    • reservera verb (reserverar, reserverade, reserverat)
    • lägga av verb (lägger av, lade av, lagt av)
    • spara verb (sparar, sparade, sparat)
  3. reserveren (voorbehouden)
    reservera
    • reservera verb (reserverar, reserverade, reserverat)

Conjugations for reserveren:

o.t.t.
  1. reserveer
  2. reserveert
  3. reserveert
  4. reserveren
  5. reserveren
  6. reserveren
o.v.t.
  1. reserveerde
  2. reserveerde
  3. reserveerde
  4. reserveerden
  5. reserveerden
  6. reserveerden
v.t.t.
  1. heb gereserveerd
  2. hebt gereserveerd
  3. heeft gereserveerd
  4. hebben gereserveerd
  5. hebben gereserveerd
  6. hebben gereserveerd
v.v.t.
  1. had gereserveerd
  2. had gereserveerd
  3. had gereserveerd
  4. hadden gereserveerd
  5. hadden gereserveerd
  6. hadden gereserveerd
o.t.t.t.
  1. zal reserveren
  2. zult reserveren
  3. zal reserveren
  4. zullen reserveren
  5. zullen reserveren
  6. zullen reserveren
o.v.t.t.
  1. zou reserveren
  2. zou reserveren
  3. zou reserveren
  4. zouden reserveren
  5. zouden reserveren
  6. zouden reserveren
en verder
  1. is gereserveerd
  2. zijn gereserveerd
diversen
  1. reserveer!
  2. reserveert!
  3. gereserveerd
  4. reserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reserveren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hålla inne med achterhouden; behouden; opzijleggen; reserveren; terughouden
lägga av achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; eraf gaan; eruitstappen; opgeven; ophouden; stoppen
reservera achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden
spara achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen archiveren; besparen; bewaren; geld besparen; in acht nemen; matigen; minder gebruiken; ontzien; opbergen; opslaan; opsparen; sparen; verschonen; zuinig zijn
- bespreken

Synonyms for "reserveren":


Related Definitions for "reserveren":

  1. van tevoren afspreken dat je er gebruik van kunt maken1
    • we hebben een tafel gereserveerd in het restaurant1
  2. het ervoor bewaren1
    • we hebben geld voor de vakantie gereserveerd1

Wiktionary Translations for reserveren:


Cross Translation:
FromToVia
reserveren boka book — reserve
reserveren reservera reserve — to keep back; to retain
reserveren reservera reserve — to keep in store for future or special use
reserveren reservera reserve — to book in advance