Dutch
Detailed Translations for ticket from Dutch to Swedish
ticket:
-
het ticket (toegangsbewijs; plaatsbewijs; kaart; entreebiljet; kaartje)
Translation Matrix for ticket:
Noun | Related Translations | Other Translations |
biljett | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | plaatsbewijs; reisbiljet; ritprijs; tramkaartje |
inträdesbiljett | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | |
inträdestillstånd | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | |
pass | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | identiteitsbewijs; pas; pasje; pasjes; paspoort; reispas |
tillstånd | entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ticket; toegangsbewijs | akkoord; conditie; geleidebiljet; gesteldheden; goedkeuring; instemming; sanctie; staat; status; toestand; toestanden; vergunning |