Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Search: aanmunten

Dutch and Swedish Translation Search Results for aanmunten

Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. aanmunten:
  2. Wiktionary:

Dutch

Detailed Translations for aanmunten from Dutch to Swedish

aanmunten:

aanmunten verb (munt aan, muntte aan, muntten aan, aangemunt)

  1. aanmunten
    mynta
    • mynta verb (myntar, myntade, myntat)

Conjugations for aanmunten:

o.t.t.
  1. munt aan
  2. munt aan
  3. munt aan
  4. munten aan
  5. munten aan
  6. munten aan
o.v.t.
  1. muntte aan
  2. muntte aan
  3. muntte aan
  4. muntten aan
  5. muntten aan
  6. muntten aan
v.t.t.
  1. heb aangemunt
  2. hebt aangemunt
  3. heeft aangemunt
  4. hebben aangemunt
  5. hebben aangemunt
  6. hebben aangemunt
v.v.t.
  1. had aangemunt
  2. had aangemunt
  3. had aangemunt
  4. hadden aangemunt
  5. hadden aangemunt
  6. hadden aangemunt
o.t.t.t.
  1. zal aanmunten
  2. zult aanmunten
  3. zal aanmunten
  4. zullen aanmunten
  5. zullen aanmunten
  6. zullen aanmunten
o.v.t.t.
  1. zou aanmunten
  2. zou aanmunten
  3. zou aanmunten
  4. zouden aanmunten
  5. zouden aanmunten
  6. zouden aanmunten
diversen
  1. munt aan!
  2. munt aan!
  5. aangemunt
  6. aanmuntende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for aanmunten:

VerbRelated TranslationsOther Translations
mynta aanmunten munten

Wiktionary Translations for aanmunten:

Cross Translation:
FromToVia
• aanmunten → prägla ↔ coin — to create coins







Your free, fast, and simple translation dictionary

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Page served in 0.0398 seconds
Page rendered in 1.0 seconds