Noun | Related Translations | Other Translations |
nödvändigt
|
|
behoeftigheid; nood; noodwendigheid
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
-
|
essentieel
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
basal
|
fundamenteel; wezenlijk
|
|
essentiellt
|
fundamenteel; wezenlijk
|
benodigd; broodnodig; door de behoefte vereist; hard nodig; hoognodig; nodig; noodzakelijk
|
fundamental
|
fundamenteel; wezenlijk
|
basis; elementair
|
nödvändigt
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
benodigd; broodnodig; cruciaal; door de behoefte vereist; dringend; elementair; essentieel; hard nodig; klemmend; met spoed; nodig; noodzakelijk; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; spoedeisend; urgent; vereist
|
oeftergivlig
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
|
oeftergivligt
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
ontoegefelijk
|
oumbärlig
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
broodnodig; hard nodig; hoognodig
|
oumbärligt
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
broodnodig; hard nodig; hoognodig
|
oundgängligt
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
|
väsentlig
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
belangrijkste
|
väsentligt
|
essentieel; noodzakelijk; onmisbaar; onontbeerlijk; wezenlijk
|
aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; substantieel
|