Dutch
Detailed Translations for overleg from Dutch to Swedish
overleg:
-
het overleg (beraadslaging; conferentie; samenkomst)
– het praten erover 1
Translation Matrix for overleg:
Noun | Related Translations | Other Translations |
konferens | beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst | bijeenkomst; congres; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting |
möte | beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst | Webvergadering; bijeenkomst; manifestatie; ontmoeting; oploopje; samenkomst; toeloop; treffen; vergadering; zitting |
rådplägning | beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst | |
sammankomst | beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst | inwinnen; ontmoeting; oploopje; samenkomst; samenstroming; samenvloeiing; samenzijn; toeloop; treffen |
överläggning | beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst | beraad |
Related Words for "overleg":
Related Definitions for "overleg":
overleg form of overleggen:
-
overleggen (overwegen; beraadslagen)
– het praten erover 1
Conjugations for overleggen:
o.t.t.
- overleg
- overlegt
- overlegt
- overleggen
- overleggen
- overleggen
o.v.t.
- overlegde
- overlegde
- overlegde
- overlegden
- overlegden
- overlegden
v.t.t.
- heb overlegd
- hebt overlegd
- heeft overlegd
- hebben overlegd
- hebben overlegd
- hebben overlegd
v.v.t.
- had overlegd
- had overlegd
- had overlegd
- hadden overlegd
- hadden overlegd
- hadden overlegd
o.t.t.t.
- zal overleggen
- zult overleggen
- zal overleggen
- zullen overleggen
- zullen overleggen
- zullen overleggen
o.v.t.t.
- zou overleggen
- zou overleggen
- zou overleggen
- zouden overleggen
- zouden overleggen
- zouden overleggen
en verder
- is overlegd
- zijn overlegd
diversen
- overleg!
- overlegt!
- overlegd
- overleggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overleggen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
överväga | beraadslagen; overleggen; overwegen | afwegen; bedenken; bekijken; beraden; beschouwen; bespiegelen; consideren; iets overwegen; kunnen doodvallen; nadenken; op het oog hebben; overdenken; overpeinzen; overwegen; peinzen; wikken en wegen |
Related Words for "overleggen":
Wiktionary Translations for overleggen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overleggen | → rådlägga; konferera | ↔ confer — discuss, consult |
• overleggen | → diskutera | ↔ discuss — to converse or debate concerning a particular topic |
• overleggen | → prata; tala; snacka | ↔ talk — to communicate by speech |
• overleggen | → dryfta; avhandla; undersöka; diskutera | ↔ discuter — examiner, débattre avec quelqu’un une question, une affaire avec soin, avec exactitude, et en bien considérer le pour et le contre. |