Dutch
Detailed Translations for rijs from Dutch to Swedish
rijs form of rij:
Translation Matrix for rij:
Related Words for "rij":
Related Definitions for "rij":
Wiktionary Translations for rij:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rij | → fil; kö | ↔ file — column of people |
• rij | → kö; led | ↔ line — straight sequence of people, queue |
• rij | → kö | ↔ queue — line of people |
• rij | → rad | ↔ row — line of objects |
• rij | → rad | ↔ row — in a table |
• rij | → tåg | ↔ train — group of animals, vehicles, or people |
• rij | → kö | ↔ Schlange — Abfolge, Reihe von Individuen oder Gegenständen |
• rij | → fil; kö; rad; räcka | ↔ rangée — Traductions à trier suivant le sens |
rijzen:
-
rijzen (oprijzen)
-
rijzen (gaan staan; opstaan; omhoogrijzen)
-
rijzen (omhoogstijgen; stijgen; omhoog rijzen; omhoog komen; aanwassen)
-
rijzen (omhoogrijzen; oprijzen)
Conjugations for rijzen:
o.t.t.
- rijs
- rijst
- rijst
- rijzen
- rijzen
- rijzen
o.v.t.
- rees
- rees
- rees
- rezen
- rezen
- rezen
v.t.t.
- ben gerezen
- bent gerezen
- is gerezen
- zijn gerezen
- zijn gerezen
- zijn gerezen
v.v.t.
- was gerezen
- was gerezen
- was gerezen
- waren gerezen
- waren gerezen
- waren gerezen
o.t.t.t.
- zal rijzen
- zult rijzen
- zal rijzen
- zullen rijzen
- zullen rijzen
- zullen rijzen
o.v.t.t.
- zou rijzen
- zou rijzen
- zou rijzen
- zouden rijzen
- zouden rijzen
- zouden rijzen
diversen
- rijs!
- rijst!
- gerezen
- rijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rijzen:
Wiktionary Translations for rijzen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rijzen | → dagas; gry | ↔ dawn — to begin to brighten with daylight |
• rijzen | → stiga | ↔ rise — To move upwards |
• rijzen | → gå upp | ↔ rise — of a celestial body: to appear to move from behind the horizon |
• rijzen | → jäsa | ↔ gehen — (der Teig beim Backen): sich in der Ruhephase beim Gärprozess befinden, aufgehen, gären |
• rijzen | → dala | ↔ descendre — Traductions à trier suivant le sens. |