Dutch
Detailed Translations for opscheppen from Dutch to Swedish
opscheppen:
-
opscheppen (grootspreken)
-
opscheppen (snoeven; grootspreken; opsnijden)
-
opscheppen (eten opscheppen)
-
opscheppen (zich bedienen aan tafel; opdissen; zich bedienen)
Conjugations for opscheppen:
o.t.t.
- schep op
- schept op
- schept op
- scheppen op
- scheppen op
- scheppen op
o.v.t.
- schepte op
- schepte op
- schepte op
- schepten op
- schepten op
- schepten op
v.t.t.
- heb opgeschept
- hebt opgeschept
- heeft opgeschept
- hebben opgeschept
- hebben opgeschept
- hebben opgeschept
v.v.t.
- had opgeschept
- had opgeschept
- had opgeschept
- hadden opgeschept
- hadden opgeschept
- hadden opgeschept
o.t.t.t.
- zal opscheppen
- zult opscheppen
- zal opscheppen
- zullen opscheppen
- zullen opscheppen
- zullen opscheppen
o.v.t.t.
- zou opscheppen
- zou opscheppen
- zou opscheppen
- zouden opscheppen
- zouden opscheppen
- zouden opscheppen
en verder
- is opgeschept
- zijn opgeschept
diversen
- schep op!
- schept op!
- opgeschept
- opscheppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opscheppen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lägga upp | opdienen; serveren | |
servera | opdienen; serveren | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lägga upp | opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel | bewaren; opzij leggen; wegzetten |
servera | eten opscheppen; opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel | aan tafel bedienen; bedienen; dienen; knoppen bedienen; opdienen; opdissen; opvoeren; serveren; vergroten; voorzetten |
skryta | grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven | bluffen; bogen; brallen; zich kunnen beroemen op |
skrävla | grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven | bogen; brallen; zich kunnen beroemen op |
sätta fram | opdissen; opscheppen; zich bedienen; zich bedienen aan tafel | klaar leggen; uitspreiden |
överdriva | grootspreken; opscheppen; opsnijden; snoeven | aandikken; breed uitmeten; iets overdreven voorstellen; opblazen; opkloppen; opschroeven; overdreven voorstellen; overdrijven; uitweiden |
Related Definitions for "opscheppen":
Wiktionary Translations for opscheppen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opscheppen | → skryt | ↔ boast — brag |
• opscheppen | → slev | ↔ ladle — serve with a ladle |
• opscheppen | → skryta | ↔ angeben — sich wichtiger erscheinen lassen als man ist: prahlen, protzen |
• opscheppen | → ta upp; sätta fram | ↔ auftragen — Speisen auf dem Tisch servieren; ein Thema ansprechen |