Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- verslag:
-
Wiktionary:
- verslag → redogörelse, redovisning, nerteckning, inspelning, rapport, referat
Swedish to Dutch: more detail...
-
verslag:
The word verslag exists in our database, but we currently do not have a translation from Swedish to Dutch.
Dutch
Detailed Translations for verslag from Dutch to Swedish
verslag:
Translation Matrix for verslag:
Noun | Related Translations | Other Translations |
kommentera | rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave | aanmerking; bemerking; opmerking |
rapport | bericht; referaat; verslag | rapport |
reportage | rapport; reportage; verhaal; verslag; weergave | verslaggeving |
skrift | opstel; scriptie; verslag | artikel; document; geschreven letter; geschreven stuk; geschrevene; geschrift; publicatie; schriftgeleerde; schriftuur; script; stuk; tekst; verhandeling; werkstuk |
uppsats | opstel; scriptie; verslag | essay; verhandeling; werkstuk |
Verb | Related Translations | Other Translations |
kommentera | aanmerking maken; annoteren; becommentariëren; bediscussiëren; bepraten; bespreken; commentaar geven; commentariëren; doorpraten; doorspreken; praten over; van commentaar voorzien |
Related Words for "verslag":
Related Definitions for "verslag":
Wiktionary Translations for verslag:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verslag | → redogörelse; redovisning | ↔ account — a statement of facts or occurrences |
• verslag | → nerteckning; inspelning | ↔ record — information put into a lasting physical medium |
• verslag | → rapport | ↔ report — information describing events |
• verslag | → referat; rapport | ↔ Bericht — Text, der einen Sachverhalt oder eine Handlung objektiv schildert |
Related Translations for verslag
Swedish
Detailed Translations for verslag from Swedish to Dutch
verslag: (*Using Word and Sentence Splitter)
- vers: gedicht; vers
- lag: partij; team; elf; ploeg; elftal; equipe; wet
- över: over; overheen; voorbij; gepasseerd; over dit; tegenoverliggend; tegenovergelegen
- slag: soort; aard; pol; slag; klap; zet; stoot; klop; knal; hengst; tik; duw; por; revers; dreun; stempels; pets; mep; stootje; uithaal; duwtje; peut; vuistslag; lel; opdonder; jens; oplawaai; muilpeer; drevels; geklots; opdonders; shocks; oplawaaien; opduvel; toegebrachte klap; opdoffers; opduvels
- låg: laag; gemeen; laaghartig; onedel; niet hoog; laag-bij-de-grond; gedrukt; bedrukt; moedeloos; terneergeslagen; mismoedig; donker; verdacht; dubieus; duister; glibberig; onguur; obscuur; laaghangend; laagterecord