Dutch
Detailed Translations for bijeen roepen from Dutch to Swedish
bijeen roepen:
-
bijeen roepen
Conjugations for bijeen roepen:
o.t.t.
- roep bijeen
- roept bijeen
- roept bijeen
- roepen bijeen
- roepen bijeen
- roepen bijeen
o.v.t.
- riep bijeen
- riep bijeen
- riep bijeen
- riepen bijeen
- riepen bijeen
- riepen bijeen
v.t.t.
- heb bijeen geroept
- hebt bijeen geroept
- heeft bijeen geroept
- hebben bijeen geroept
- hebben bijeen geroept
- hebben bijeen geroept
v.v.t.
- had bijeen geroept
- had bijeen geroept
- had bijeen geroept
- hadden bijeen geroept
- hadden bijeen geroept
- hadden bijeen geroept
o.t.t.t.
- zal bijeen roepen
- zult bijeen roepen
- zal bijeen roepen
- zullen bijeen roepen
- zullen bijeen roepen
- zullen bijeen roepen
o.v.t.t.
- zou bijeen roepen
- zou bijeen roepen
- zou bijeen roepen
- zouden bijeen roepen
- zouden bijeen roepen
- zouden bijeen roepen
diversen
- roep bijeen!
- roept bijeen!
- bijeen geroept
- bijeen roepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijeen roepen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
ropa samman | bijeen roepen |
Wiktionary Translations for bijeen roepen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijeen roepen | → sammankalla | ↔ summon — to call people together |