Dutch
Detailed Translations for bijsluiten from Dutch to Swedish
bijsluiten:
Translation Matrix for bijsluiten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
besegla | bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen | bekrachtigen; bevestigen; bezegelen; bezeilen; goedkeuren; homologeren |
bidraga | bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen | bijdragen |
inkapsla | bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen | omtrekken |
innesluta | bijsluiten; bijvoegen; insluiten; toevoegen | |
öka | bijdoen; bijsluiten; bijvoegen; erbij voegen; toevoegen | aangroeien; aanwassen; aanwinnen; aanzwellen; de hoogte ingaan; escaleren; gaan staan; gedijen; groeien; groter worden; omdoen; omhooggaan; omhoogkomen; opstaan; opzetten; stijgen; toenemen; uit de hand lopen; verheffen; vermeerderen; volgroeien; volwassen worden; zich vermeerderen |
External Machine Translations: