Translate boosheid from Dutch to Swedish

Remove Ads

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

boosheid:
- vrede
boos:
- förbannad; ilsket; arg; förbannat; upprört; irriterad; argt; irriterat; ursinnigt; uppretat; uppretad; sur; ilsken; surt
Wiktionary:
- boosheid → ilska, irritation
- boos → arg
- boos → arg, uppsåtlig, elak, ond

Dutch

Detailed Translations for boosheid from Dutch to Swedish

boosheid:

boosheid [de ~ (v)] noun

de boosheid
vrede
- vrede noun

Translation Matrix for boosheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
vrede	boosheid	giftigheid; gramschap; kwaadheid; razernij; toorn; verbolgenheid; woede

Related Words for "boosheid":

boosheden, boos

Wiktionary Translations for boosheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• boosheid	→ ilska	↔ anger — A strong feeling of displeasure, hostility or antagonism towards someone or something
• boosheid	→ ilska; irritation	↔ Ärger — eine spontane, innere, emotionale Reaktion hochgradiger Unzufriedenheit auf eine Situation, eine Person oder eine Erinnerung, die der Verärgerte verändern möchte.

boos:

boos adj

boos (woedend; kwaad; furieus; hels; razend; nijdig; woest; dol; laaiend; tierend)
förbannad; ilsket; arg; förbannat; upprört; irriterad; argt; irriterat; ursinnigt
- förbannad adj
- ilsket adj
- arg adj
- förbannat adj
- upprört adj
- irriterad adj
- argt adj
- irriterat adj
- ursinnigt adj
boos (vertoornd; kwaad; razend; furieus; nijdig; woest; spinnijdig; ziedend; toornig)
uppretat; uppretad
- uppretat adj
- uppretad adj
boos (verbolgen; kwaad; gebelgd; giftig; nijdig; vertoornd)
sur; förbannat; ilsken; surt; ilsket; argt
- sur adj
- förbannat adj
- ilsken adj
- surt adj
- ilsket adj
- argt adj

Translation Matrix for boos:

Noun	Related Translations	Other Translations
uppretad		lichtgeraaktheid; prikkelbaarheid
Verb	Related Translations	Other Translations
sur		verbitteren; vergrammen
Adjective	Related Translations	Other Translations
-	kwaad; nijdig
Modifier	Related Translations	Other Translations
arg	boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest	vergramd
argt	boos; dol; furieus; gebelgd; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; verbolgen; vertoornd; woedend; woest	onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
förbannad	boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest	donders; erg boos; gedoemd; spinnijdig; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; verduiveld; vervloekt; verwenst
förbannat	boos; dol; furieus; gebelgd; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; verbolgen; vertoornd; woedend; woest	erg boos; gedoemd; spinnijdig; verdikkeme; verdoemd; verdomd; verdomme; verdorie; vervloekt; verwenst
ilsken	boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd	fel; heftig; hevig; verwoed
ilsket	boos; dol; furieus; gebelgd; giftig; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; verbolgen; vertoornd; woedend; woest	fel; heftig; hevig; verwoed
irriterad	boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest	geirriteerd; gemelijk; knorrig; nurks; ontstoken; stuurs; wrevelig
irriterat	boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest	aangebrand; gepikeerd; geprikkeld; geërgerd; geïrriteerd; ontstemd; ontstoken; pissig; prikkelbaar
sur	boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd	bitter; galachtig; gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig; zuur
surt	boos; gebelgd; giftig; kwaad; nijdig; verbolgen; vertoornd	bitter; galachtig; gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrang; wrevelig; zuur; zuur smakend
uppretad	boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend	onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
uppretat	boos; furieus; kwaad; nijdig; razend; spinnijdig; toornig; vertoornd; woest; ziedend	onderdrukt; opgekropt; verbeten; verkropt
upprört	boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest	geschokt; ontredderd; ontzet; opgefokt; opgehitst; overstuur; van streek
ursinnigt	boos; dol; furieus; hels; kwaad; laaiend; nijdig; razend; tierend; woedend; woest	panisch

Related Definitions for "boos":

als je je opwindt omdat je hem ergens de schuld van geeft¹
- ik ben boos op Gerard¹

Wiktionary Translations for boos:

boos

adjective

kwaad, woedend
- boos → arg

Cross Translation:

From	To	Via
• boos	→ arg	↔ angry — displaying anger
• boos	→ uppsåtlig	↔ malicious — Of, pertaining to, or as a result of malice or spite
• boos	→ elak; ond	↔ böse — moralisch falsch, nicht gut; bösartig

External Machine Translations:

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate boosheid from Dutch to Swedish

Detailed Translations for boosheid from Dutch to Swedish

boosheid:

boosheid [de ~ (v)] noun

de boosheid

Translation Matrix for boosheid:

Related Words for "boosheid":

Wiktionary Translations for boosheid:

boos:

boos adj

boos (woedend; kwaad; furieus; hels; razend; nijdig; woest; dol; laaiend; tierend)

boos (vertoornd; kwaad; razend; furieus; nijdig; woest; spinnijdig; ziedend; toornig)

boos (verbolgen; kwaad; gebelgd; giftig; nijdig; vertoornd)

Translation Matrix for boos:

Related Words for "boos":

Synonyms for "boos":

Antonyms for "boos":

Related Definitions for "boos":

Wiktionary Translations for boos: