Summary
Dutch
Detailed Translations for doop from Dutch to Swedish
doop:
Translation Matrix for doop:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dop | doop; doopsel | dopen |
Related Words for "doop":
dopen:
Conjugations for dopen:
o.t.t.
- doop
- doopt
- doopt
- dopen
- dopen
- dopen
o.v.t.
- doopte
- doopte
- doopte
- doopten
- doopten
- doopten
v.t.t.
- heb gedoopt
- hebt gedoopt
- heeft gedoopt
- hebben gedoopt
- hebben gedoopt
- hebben gedoopt
v.v.t.
- had gedoopt
- had gedoopt
- had gedoopt
- hadden gedoopt
- hadden gedoopt
- hadden gedoopt
o.t.t.t.
- zal dopen
- zult dopen
- zal dopen
- zullen dopen
- zullen dopen
- zullen dopen
o.v.t.t.
- zou dopen
- zou dopen
- zou dopen
- zouden dopen
- zouden dopen
- zouden dopen
en verder
- ben gedoopt
- bent gedoopt
- is gedoopt
- zijn gedoopt
- zijn gedoopt
- zijn gedoopt
diversen
- doop!
- doopt!
- gedoopt
- dopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for dopen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dop | dopen | doop; doopsel |
döpande | dopen | |
döpelse | dopen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
döpa | dopen |