Dutch
Detailed Translations for doorslaan from Dutch to Swedish
doorslaan:
-
doorslaan (verklappen; verraden)
-
doorslaan (doormeppen)
Conjugations for doorslaan:
o.t.t.
- sla door
- slaat door
- slaat door
- slaan door
- slaan door
- slaan door
o.v.t.
- sloeg door
- sloeg door
- sloeg door
- sloegen door
- sloegen door
- sloegen door
v.t.t.
- heb doorgeslagen
- hebt doorgeslagen
- heeft doorgeslagen
- hebben doorgeslagen
- hebben doorgeslagen
- hebben doorgeslagen
v.v.t.
- had doorgeslagen
- had doorgeslagen
- had doorgeslagen
- hadden doorgeslagen
- hadden doorgeslagen
- hadden doorgeslagen
o.t.t.t.
- zal doorslaan
- zult doorslaan
- zal doorslaan
- zullen doorslaan
- zullen doorslaan
- zullen doorslaan
o.v.t.t.
- zou doorslaan
- zou doorslaan
- zou doorslaan
- zouden doorslaan
- zouden doorslaan
- zouden doorslaan
diversen
- sla door!
- slat door!
- doorgeslagen
- doorslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorslaan:
Noun | Related Translations | Other Translations |
babbla | prietpraat | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
babbla | doorslaan; verklappen; verraden | bazelen; brabbelen; eruit flappen; krompraten; lallen; overbrieven; raffelen; uit de school klappen; uitflappen; uitklappen; verklikken; wauwelen |
fortsätta slå | doormeppen; doorslaan | |
låta undfalla sig | doorslaan; verklappen; verraden | |
pladdra | doorslaan; verklappen; verraden | babbelen; bazelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lallen; overbrieven; praten; raffelen; snateren; spreken; uit de school klappen; verklikken; wauwelen; zwammen |
skvallra | doorslaan; verklappen; verraden | doorgeven; doorspelen; doorvertellen; flappen; klikken; rondbrieven; rondvertellen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden |