Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. erdoor rijden:


Dutch

Detailed Translations for erdoor rijden from Dutch to Swedish

erdoor rijden:

erdoor rijden verb (rijd erdoor, rijdt erdoor, reed erdoor, reden erdoor, erdoor gereden)

  1. erdoor rijden
    köra igenom
    • köra igenom verb (kör igenom, körde igenom, kört igenom)

Conjugations for erdoor rijden:

o.t.t.
  1. rijd erdoor
  2. rijdt erdoor
  3. rijdt erdoor
  4. rijden erdoor
  5. rijden erdoor
  6. rijden erdoor
o.v.t.
  1. reed erdoor
  2. reed erdoor
  3. reed erdoor
  4. reden erdoor
  5. reden erdoor
  6. reden erdoor
v.t.t.
  1. ben erdoor gereden
  2. bent erdoor gereden
  3. is erdoor gereden
  4. zijn erdoor gereden
  5. zijn erdoor gereden
  6. zijn erdoor gereden
v.v.t.
  1. was erdoor gereden
  2. was erdoor gereden
  3. was erdoor gereden
  4. waren erdoor gereden
  5. waren erdoor gereden
  6. waren erdoor gereden
o.t.t.t.
  1. zal erdoor rijden
  2. zult erdoor rijden
  3. zal erdoor rijden
  4. zullen erdoor rijden
  5. zullen erdoor rijden
  6. zullen erdoor rijden
o.v.t.t.
  1. zou erdoor rijden
  2. zou erdoor rijden
  3. zou erdoor rijden
  4. zouden erdoor rijden
  5. zouden erdoor rijden
  6. zouden erdoor rijden
diversen
  1. rijd erdoor!
  2. rijdt erdoor!
  3. erdoor gereden
  4. erdoor rijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for erdoor rijden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
köra igenom erdoor rijden

Related Translations for erdoor rijden