Home ->Dictionaries ->Dutch/Swedish ->Translate figuren

Translate figuren from Dutch to Swedish

Summary

Dutch to Swedish: more detail...

figuren:
- individer
figuur:
- figur; form; gestalt; skapnad; hållning; pose; kroppsbyggnad; karaktär; bokstav; statyr; typ; person; individ; silhouette
Wiktionary:
- figuur → figur, kurva, bild, tavla, person, omfång, storhet, storlek

Dutch

Detailed Translations for figuren from Dutch to Swedish

figuren:

figuren [de ~] noun, plural

de figuren
individer
- individer noun

Translation Matrix for figuren:

Noun	Related Translations	Other Translations
individer	figuren

Related Words for "figuren":

figuur

figuur:

figuur [de ~] noun

de figuur (gedaante; verschijning; postuur)
figur; form; gestalt; skapnad
- figur [-en] noun
- form [-en] noun
- gestalt [-en] noun
- skapnad noun
de figuur (postuur; gedaante; uiterlijk)
hållning; pose; kroppsbyggnad
- hållning [-en] noun
- pose [-en] noun
- kroppsbyggnad [-en] noun
de figuur (personage)
karaktär; bokstav; figur
- karaktär [-en] noun
- bokstav [-en] noun
- figur [-en] noun
de figuur (postuur; vorm; gestalte; gedaante)
statyr
- statyr noun
de figuur (type; individu)
typ; person; individ
- typ [-en] noun
- person [-en] noun
- individ [-en] noun
de figuur (lichaamspostuur; gestalte; postuur)
form; gestalt; skapnad
- form [-en] noun
- gestalt [-en] noun
- skapnad noun
de figuur (lichaamslijn; silhouet)
figur; silhouette
- figur [-en] noun
- silhouette noun

Translation Matrix for figuur:

Noun	Related Translations	Other Translations
bokstav	figuur; personage	geschreven letter
figur	figuur; gedaante; lichaamslijn; personage; postuur; silhouet; verschijning	constitutie; figuur van een grafmonument; graffiguur; lichaamsbouw
form	figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; verschijning	conditie; gietvorm; in vorm zijn; mal; matrijs; modelvorm; shape; vorm
gestalt	figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; verschijning
hållning	figuur; gedaante; postuur; uiterlijk	houding; lichaamshouding; pose; stand; standje
individ	figuur; individu; type	eenling; enkeling; iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
karaktär	figuur; personage	geaardheden; geaardheid; inborsten; karakter; natuur; persoonlijkheid
kroppsbyggnad	figuur; gedaante; postuur; uiterlijk	constitutie; lichaamsbouw
person	figuur; individu; type	iemand; individu; mens; mensenkind; persoon; sterveling; wezen
pose	figuur; gedaante; postuur; uiterlijk
silhouette	figuur; lichaamslijn; silhouet	schaduwbeeld; silhouet
skapnad	figuur; gedaante; gestalte; lichaamspostuur; postuur; verschijning
statyr	figuur; gedaante; gestalte; postuur; vorm
typ	figuur; individu; type	aard; gast; gozer; kerel; klasse; knakker; knul; man; onderverdeling; vent
-	gestalte; lijn; type; vogel

Related Words for "figuur":

figuren, figuurtje, figuurtjes

Synonyms for "figuur":

type; vogel
gestalte; lijn

Related Definitions for "figuur":

afbeelding van iets¹
- de figuur die ze tekende was een konijn¹
wiskundige afbeelding¹
- de figuur van de cirkel is rond¹
vorm van het lichaam¹
- hij heeft het figuur van een jonge kerel¹
persoon met bepaalde kenmerken¹
- de figuur die in het boek optreedt¹

Wiktionary Translations for figuur:

Cross Translation:

From	To	Via
• figuur	→ figur; kurva	↔ curve — informal: attractive shape of a woman's body
• figuur	→ figur	↔ figure — drawing
• figuur	→ bild; tavla	↔ picture — representation of visible reality produced by drawing, etc
• figuur	→ person	↔ personnage — personne ; en parlant principalement des hommes, avec une certaine idée de grandeur, d’autorité, d’importance sociale.
• figuur	→ omfång; storhet; storlek	↔ taille — coupe ; manière dont on couper certaines choses, dont elles tailler.

¹Muiswerk Woordenboek