Dutch
Detailed Translations for fixen from Dutch to Swedish
fixen:
-
fixen (voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; bedingen; lappen)
Translation Matrix for fixen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
utföra | gehoor; gevolg; gevolg geven aan | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
utföra | bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen | doen; handelen; kwijten; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; voltrekken; zich voltrekken |
uträtta | bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen | doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten |