Dutch
Detailed Translations for graaien from Dutch to Swedish
graaien:
Conjugations for graaien:
o.t.t.
- graai
- graait
- graait
- graaien
- graaien
- graaien
o.v.t.
- graaide
- graaide
- graaide
- graaiden
- graaiden
- graaiden
v.t.t.
- heb gegraaid
- hebt gegraaid
- heeft gegraaid
- hebben gegraaid
- hebben gegraaid
- hebben gegraaid
v.v.t.
- had gegraaid
- had gegraaid
- had gegraaid
- hadden gegraaid
- hadden gegraaid
- hadden gegraaid
o.t.t.t.
- zal graaien
- zult graaien
- zal graaien
- zullen graaien
- zullen graaien
- zullen graaien
o.v.t.t.
- zou graaien
- zou graaien
- zou graaien
- zouden graaien
- zouden graaien
- zouden graaien
en verder
- is gegraaid
- zijn gegraaid
diversen
- graai!
- graait!
- gegraaid
- graaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for graaien:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gräva | graaien; grabbelen; snuffelen | delven; doorwroeten; graven; woelen; wroeten; wroetend onderzoeken; wurmen |
knycka bort | graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; wegkapen | |
kravla | graaien; grabbelen; snuffelen | |
snoka efter | graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen | |
snoka runt | graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen | |
ta ifrån | graaien; grijpen; grissen; jatten; pikken; snaaien; wegkapen | |
treva | graaien; grabbelen; snuffelen | frommelen; op de tast lopen |
undersöka | graaien; grabbelen; in iets rondtasten; rommelen | aanschouwen; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; doorvorsen; examineren; fouilleren; iets opzoeken; inspecteren; keuren; met sonde onderzoeken; nagaan; nakijken; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; nazoeken; onderzoeken; overhoren; rechercheren; schouwen; snuffelen; sonderen; speuren; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; visiteren |