Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gunnen:


Dutch

Detailed Translations for gun from Dutch to Swedish

gunnen:

gunnen verb (gun, gunt, gunde, gunden, gegund)

  1. gunnen (toebedelen; toewijzen; toekennen; iets toekennen)
    tilldela
    • tilldela verb (tilldelar, tilldelade, tilldelat)
  2. gunnen (toestaan; laten; permitteren; )
    tillåta
    • tillåta verb (tillåter, tillåtit, tillät)

Conjugations for gunnen:

o.t.t.
  1. gun
  2. gunt
  3. gunt
  4. gunnen
  5. gunnen
  6. gunnen
o.v.t.
  1. gunde
  2. gunde
  3. gunde
  4. gunden
  5. gunden
  6. gunden
v.t.t.
  1. heb gegund
  2. hebt gegund
  3. heeft gegund
  4. hebben gegund
  5. hebben gegund
  6. hebben gegund
v.v.t.
  1. had gegund
  2. had gegund
  3. had gegund
  4. hadden gegund
  5. hadden gegund
  6. hadden gegund
o.t.t.t.
  1. zal gunnen
  2. zult gunnen
  3. zal gunnen
  4. zullen gunnen
  5. zullen gunnen
  6. zullen gunnen
o.v.t.t.
  1. zou gunnen
  2. zou gunnen
  3. zou gunnen
  4. zouden gunnen
  5. zouden gunnen
  6. zouden gunnen
en verder
  1. is gegund
  2. zijn gegund
diversen
  1. gun!
  2. gunt!
  3. gegund
  4. gunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gunnen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
tilldela gunnen; iets toekennen; toebedelen; toekennen; toewijzen delegeren; geneesmiddel toedienen; geven; herverkavelen; ingeven; overdragen; plaats toekennen; plaatsen; toebrengen; toedienen; toewijzen; verstrekken
tillåta dulden; duren; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; laten; permitteren; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen akkoord gaan; goed vinden; instemmen; laten; permitteren; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen; veroorloven
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
tilldela toewijzen