Noun | Related Translations | Other Translations |
bestseller
|
bestseller; hit; succes
|
|
fullträff
|
hit; raakschot; schot in de roos; treffer
|
voltreffer
|
hit
|
hit; raakschot; schot in de roos; treffer
|
successtuk
|
krocka
|
hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
|
dreun; klap; knal; kwak; smak
|
slå
|
hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer
|
|
storsäljare
|
bestseller; hit; succes
|
|
succé
|
bestseller; hit; succes
|
succes; voorspoedigheid; welslagen; welstand; welvaart
|
träff
|
hit; raakschot; schot in de roos; treffer
|
afgesproken ontmoeting; afspraak; bijeenkomst; bijeenroeping; liaison; manifestatie; samenkomst; treffer; vergadering; zitting
|
träff med skjutvapen
|
hit; raakschot; schot in de roos; treffer
|
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
slå
|
|
bonken; dichtslaan; dichtwerpen; een klap geven; een opdonder verkopen; fijnwrijven; frapperen; grijpen; hameren; hard slaan; hengsten; krenken; kwetsen; maaien; meppen; rammen; slaan; timmeren; toeslaan
|