Dutch
Detailed Translations for karakteriserend from Dutch to Swedish
karakteriserend:
-
karakteriserend
Translation Matrix for karakteriserend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
betecknande | karakteriserend | definiërend; expressief; omschrijvend; sprekend; vol uitdrukking |
karakteriserande | karakteriserend |
karakteriseren:
karakteriseren verb (karakteriseer, karakteriseert, karakteriseerde, karakteriseerden, gekarakteriseerd)
-
karakteriseren (kenschetsen; kenmerken; typeren)
-
karakteriseren (kenmerken; tekenen; typeren; kenschetsen)
Conjugations for karakteriseren:
o.t.t.
- karakteriseer
- karakteriseert
- karakteriseert
- karakteriseren
- karakteriseren
- karakteriseren
o.v.t.
- karakteriseerde
- karakteriseerde
- karakteriseerde
- karakteriseerden
- karakteriseerden
- karakteriseerden
v.t.t.
- heb gekarakteriseerd
- hebt gekarakteriseerd
- heeft gekarakteriseerd
- hebben gekarakteriseerd
- hebben gekarakteriseerd
- hebben gekarakteriseerd
v.v.t.
- had gekarakteriseerd
- had gekarakteriseerd
- had gekarakteriseerd
- hadden gekarakteriseerd
- hadden gekarakteriseerd
- hadden gekarakteriseerd
o.t.t.t.
- zal karakteriseren
- zult karakteriseren
- zal karakteriseren
- zullen karakteriseren
- zullen karakteriseren
- zullen karakteriseren
o.v.t.t.
- zou karakteriseren
- zou karakteriseren
- zou karakteriseren
- zouden karakteriseren
- zouden karakteriseren
- zouden karakteriseren
en verder
- ben gekarakteriseerd
- bent gekarakteriseerd
- is gekarakteriseerd
- zijn gekarakteriseerd
- zijn gekarakteriseerd
- zijn gekarakteriseerd
diversen
- karakteriseer!
- karakteriseert!
- gekarakteriseerd
- karakteriserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for karakteriseren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
beskriva | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren | afschilderen; beschrijven; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen |
beteckna | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren | |
definiera | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren | afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; definiëren; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren |
karakterisera | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren | |
känneteckna | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren | indexeren; van indexnummers voorzien |
utmärka | karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren |