Dutch
Detailed Translations for kiesheid from Dutch to Swedish
kiesheid:
-
de kiesheid (gevoeligheid mbt het betamelijke)
-
de kiesheid (geheimhouding; discretie)
-
de kiesheid (keurigheid; gepastheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; netheid; eerbaarheid)
Translation Matrix for kiesheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aktningsvärdig | eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; keurigheid; kiesheid; netheid | achtbaarheid; achtenswaardigheid |
finhet | gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid | fijnheid |
finkänslighet | gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid | |
hemlighetsfull | discretie; geheimhouding; kiesheid | |
känslighet | gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid | aandoenlijkheid; fijngevoeligheid; fijnheid; gevoeligheid; gevoeligheidsniveau; kwetsbaarheid; lichtgeraaktheid; overgevoeligheid; prikkelbaarheid; sensitiviteit; teergevoeligheid; vertrouwelijkheid; zintuiglijke gevoeligheid |
takt | gevoeligheid mbt het betamelijke; kiesheid | stemval |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
hemlighetsfull | heimelijk; in het geheim; in het geniep; op steelse wijze; steels; steelsgewijze; tersluiks |
Related Words for "kiesheid":
kiesheid form of kies:
-
kies (tactvol; met veel tact)
-
kies (discreet; discrete; bescheiden; ingetogen)
-
kies (respectabel; eerzaam; keurig; eerbaar)
Translation Matrix for kies:
Noun | Related Translations | Other Translations |
oxeltand | kies; maaltand | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
blygsam | bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies | bescheiden; deemoedig; nederig; niet hoogmoedig; pretentieloos |
blygsamt | bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies | bescheiden; deemoedig; nederig; niet hoogmoedig; pretentieloos |
diskret | bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies | |
omtänksamt | bescheiden; discreet; discrete; ingetogen; kies | vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam |
respektabel | eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel | deugdzaam; eerzaam; zedig |
respektabelt | eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel | deugdzaam; eerzaam; zedig |
taktfull | kies; met veel tact; tactvol | diplomatiek |
taktfullt | kies; met veel tact; tactvol | diplomatiek |
ärbart | eerbaar; eerzaam; keurig; kies; respectabel | decent; edelachtbaar; eerbaar; fatsoenlijk; gekuist; kuis; manierlijk; netjes; welvoeglijk |