Noun | Related Translations | Other Translations |
intagande
|
|
inhalen; naar binnen halen
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
se bra ut
|
|
flatteren; goed staan
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
snygg
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; welgevallig
|
aantrekkelijk; beeldschoon; gelikt; indrukwekkend; picobello; piekfijn; professioneel uitziende; tiptop
|
-
|
begaafd; bijdehand; intelligent; pienter; slim
|
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
attraktiv
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi; schoon; welgemaakt
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; oogstrelend; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
|
attraktivt
|
bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt
|
aanbiddelijk; aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; begeerenswaardig; bekoorlijk; charmant; oogstrelend; schattig; uitlokkend; uitnodigend; verleidelijk; verlokkend; verrukkelijk; verzoekend
|
behändig
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
|
behändigt
|
briljant; ingenieus; knap; kundig; kunstig; vaardig; vindingrijk
|
|
intagande
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aanvallig; bevallig; gracieus; sierlijk
|
kapabel
|
intelligent; knap
|
|
ljuv
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
|
ljuvt
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
|
se bra ut
|
attractief; fraai; goed ogend; knap; mooi; welgevallig
|
|
snyggt
|
attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; leuk om te zien; leuk van uiterlijk; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig
|
beeldschoon; gelikt; picobello; piekfijn; tiptop
|
stilig
|
knap; leuk om te zien
|
chic; elegant; esthetisch; geraffineerd; modieuze verfijning; smaakvol; stijlvol; verfijnd
|
stiligt
|
knap; leuk om te zien
|
|
söt
|
bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt
|
geestig; geinig; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lollig; suikerachtig; suikerig; zoet; zoetsmakend
|
sött
|
bevallig; knap; mooi; schoon; welgemaakt
|
elegant; geestig; geinig; gracieus; grappig; koddig; komiek; komisch; lachwekkend; leuk; lieflijk; lollig; sierlijk; suikerachtig; suikerig; zoet; zoetig; zoetsmakend
|
trevligt
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aangenaam; behaaglijk; betoverend; comfortabel; fijn; gemakkelijk; genietbaar; geriefelijk; heugelijk; heuglijk; jofel; lekker; leuk; luisterrijk; magnifiek; menswaardig; plezant; plezierig; prachtig; prettig; schitterend; te genieten; verblijdend
|
vackert
|
attractief; bevallig; fraai; goed ogend; knap; mooi; schoon; welgemaakt; welgevallig
|
lieftallig
|
älskvärt
|
aanlokkelijk; aantrekkelijk; attractief; bekoorlijk; bevallig; charmant; knap; mooi
|
aanvallig; aimabel; bekoorlijk; beminnelijk; bevallig; charmant; genegenheid opwekkend; gracieus; innemend; lief; minzaam; poeslief; sierlijk
|