Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. knoedels:
  2. knoedel:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for knoedels from Dutch to Swedish

knoedels:

knoedels [de ~] noun, plural

  1. de knoedels (noedels; pasta)
    knödel; pasta; nudel

Translation Matrix for knoedels:

NounRelated TranslationsOther Translations
knödel knoedels; noedels; pasta
nudel knoedels; noedels; pasta
pasta knoedels; noedels; pasta Italiaanse deegwaren; deegwaren; dikke zalf; pasta

Related Words for "knoedels":


knoedels form of knoedel:

knoedel [de ~ (m)] noun

  1. de knoedel (wrong; vlecht; kluwen; )
    knut; hårknut

Translation Matrix for knoedel:

NounRelated TranslationsOther Translations
hårknut haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; knotje haar; pluk haar; toet
knut haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong knot; schuifknoop; streng garen; strik

Related Words for "knoedel":


Wiktionary Translations for knoedel:


Cross Translation:
FromToVia
knoedel dumpling; knyte; klimp; pirog dumpling — food
knoedel knödel Kloß — aus einer Teigmasse (meist aus Kartoffeln) bestehende, kugelige Speise