Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. kundigheden:
  2. kundigheid:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kundigheden from Dutch to Swedish

kundigheden:

kundigheden [de ~] noun, plural

  1. de kundigheden

Translation Matrix for kundigheden:

NounRelated TranslationsOther Translations
färdigheter kundigheden
förmågor kundigheden
skickligheter kundigheden

Related Words for "kundigheden":


kundigheid:

kundigheid [de ~ (v)] noun

  1. de kundigheid (kunde)
    kunskap; förmåga; färdighet; skicklighet
  2. de kundigheid (talent; capaciteit; bekwaamheid; )
    begåvelse; talang; möjlighet

Translation Matrix for kundigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
begåvelse aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
färdighet kunde; kundigheid bekwaamheid; capaciteit; faciliteit; kracht; vaardigheid; vermogen
förmåga kunde; kundigheid bekwaamheid; capabelheid; capaciteit; competentie; geldelijk vermogen; kracht; kwaliteit; ter zake kundigheid; vaardigheid; vermogen
kunskap kunde; kundigheid bekende; ervaring; gnosis; kennis; praktijk; routine; weten; wetenschap
möjlighet aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft gelegenheid; kans; mogelijkheid
skicklighet kunde; kundigheid begaafdheden; bekwaamheid; capaciteit; geldelijk vermogen; handigheid; kneep; kunst; kwaliteit; ter zake kundigheid; toer; truc; vaardigheid; vermogen
talang aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft begaafdheden; faculteit
ModifierRelated TranslationsOther Translations
talang begaafd; begenadigd; getalenteerd; talentrijk; talentvol

Related Words for "kundigheid":


Wiktionary Translations for kundigheid:


Cross Translation:
FromToVia
kundigheid fallenhet; skicklighet aptitude — Capacité, compétence, disposition naturelle à faire quelque chose.