Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. lever:
  2. leveren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lever from Dutch to Swedish

lever:

lever [de ~] noun

  1. de lever
    lever

Translation Matrix for lever:

NounRelated TranslationsOther Translations
lever lever

Related Words for "lever":

  • leveren, levers, levertje, levertjes

Related Definitions for "lever":

  1. orgaan in buikholte dat je bloed zuivert1
    • hij heeft last van zijn lever1

Wiktionary Translations for lever:

lever
noun
  1. een bruinkleurig orgaan dat gal produceert

Cross Translation:
FromToVia
lever lever liver — organ of the body
lever lever liver — organ as food
lever lever LeberAnatomie: für den Stoffwechsel wichtigstes, inneres Organ von Tier und Mensch
lever lever foie — Organe présent chez l’homme et chez la plupart des vertébrés, produisant la bile.

leveren:

leveren verb (lever, levert, leverde, leverden, geleverd)

  1. leveren (aanleveren; bezorgen; brengen; )
    skicka; leverera; lämna
    • skicka verb (skickar, skickade, skickat)
    • leverera verb (levererar, levererade, levererat)
    • lämna verb (lämnar, lämnade, lämnat)
  2. leveren (iemand iets flikken; lappen; flikken)
    göra någon illa
  3. leveren
    ge; leverera
    • ge verb (ger, gav, givit)
    • leverera verb (levererar, levererade, levererat)

Conjugations for leveren:

o.t.t.
  1. lever
  2. levert
  3. levert
  4. leveren
  5. leveren
  6. leveren
o.v.t.
  1. leverde
  2. leverde
  3. leverde
  4. leverden
  5. leverden
  6. leverden
v.t.t.
  1. heb geleverd
  2. hebt geleverd
  3. heeft geleverd
  4. hebben geleverd
  5. hebben geleverd
  6. hebben geleverd
v.v.t.
  1. had geleverd
  2. had geleverd
  3. had geleverd
  4. hadden geleverd
  5. hadden geleverd
  6. hadden geleverd
o.t.t.t.
  1. zal leveren
  2. zult leveren
  3. zal leveren
  4. zullen leveren
  5. zullen leveren
  6. zullen leveren
o.v.t.t.
  1. zou leveren
  2. zou leveren
  3. zou leveren
  4. zouden leveren
  5. zouden leveren
  6. zouden leveren
en verder
  1. ben geleverd
  2. bent geleverd
  3. is geleverd
  4. zijn geleverd
  5. zijn geleverd
  6. zijn geleverd
diversen
  1. lever!
  2. levert!
  3. geleverd
  4. leverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

leveren [znw.] noun

  1. leveren
    leverans
  2. leveren

Translation Matrix for leveren:

NounRelated TranslationsOther Translations
leverans leveren afgeven; afgifte; afleveren; aflevering; afstaan; bezorging; geleverde; leverantie; levering; oplevering; overdracht; uitlevering; zending
lämna heengaan; vertrekken; weggaan
skicka verzending
VerbRelated TranslationsOther Translations
ge leveren aangeven; aanreiken; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; doneren; geven; komen tot; overgeven; overhandigen; reiken; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toesteken
göra någon illa flikken; iemand iets flikken; lappen; leveren
leverera aanleveren; afleveren; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; toeleveren afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; geven; inleveren; overhandigen; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; verlenen; verstrekken
lämna aanleveren; afleveren; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; toeleveren afbreken; afstand doen; afzien; eraf gaan; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; vertrekken; weggaan; zich verwijderen
skicka aanleveren; afleveren; bezorgen; brengen; leveren; overhandigen; toeleveren aanbieden; aangeven; aanreiken; geven; opsturen; posten; reiken; sturen; toezenden; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
- afleveren; bezorgen
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
etablering leveren

Related Words for "leveren":


Synonyms for "leveren":


Antonyms for "leveren":


Related Definitions for "leveren":

  1. het op een bepaalde plek brengen1
    • hij levert kroketten aan verschillende snackbars1
  2. geven zodat er iets mee gedaan kan worden1
    • een koe levert minstens 20 liter melk1

Wiktionary Translations for leveren:


Cross Translation:
FromToVia
leveren distribuera distribute — to supply to retail outlets
leveren avleverera; leverera fournirpourvoir, approvisionner.
leveren avleverera; leverera; lämna livrer — Traductions à trier suivant le sens