Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. omhooghouden:


Dutch

Detailed Translations for omhooghouden from Dutch to Swedish

omhooghouden:

omhooghouden verb (houd omhoog, houdt omhoog, hield omhoog, hielden omhoog, omhooggehouden)

  1. omhooghouden (ophouden; in de hoogte houden; hooghouden)
    hålla fram; hålla upp
    • hålla fram verb (håller fram, höll fram, hållit fram)
    • hålla upp verb (håller upp, höll upp, hållit upp)

Conjugations for omhooghouden:

o.t.t.
  1. houd omhoog
  2. houdt omhoog
  3. houdt omhoog
  4. houden omhoog
  5. houden omhoog
  6. houden omhoog
o.v.t.
  1. hield omhoog
  2. hield omhoog
  3. hield omhoog
  4. hielden omhoog
  5. hielden omhoog
  6. hielden omhoog
v.t.t.
  1. heb omhooggehouden
  2. hebt omhooggehouden
  3. heeft omhooggehouden
  4. hebben omhooggehouden
  5. hebben omhooggehouden
  6. hebben omhooggehouden
v.v.t.
  1. had omhooggehouden
  2. had omhooggehouden
  3. had omhooggehouden
  4. hadden omhooggehouden
  5. hadden omhooggehouden
  6. hadden omhooggehouden
o.t.t.t.
  1. zal omhooghouden
  2. zult omhooghouden
  3. zal omhooghouden
  4. zullen omhooghouden
  5. zullen omhooghouden
  6. zullen omhooghouden
o.v.t.t.
  1. zou omhooghouden
  2. zou omhooghouden
  3. zou omhooghouden
  4. zouden omhooghouden
  5. zouden omhooghouden
  6. zouden omhooghouden
diversen
  1. houd omhoog!
  2. houdt omhoog!
  3. omhooggehouden
  4. omhooghoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omhooghouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hålla fram hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden
hålla upp hooghouden; in de hoogte houden; omhooghouden; ophouden groothouden