Summary
Dutch
Detailed Translations for onklaar from Dutch to Swedish
onklaar:
-
onklaar (aan stukken; kapot; gebroken; defect; stuk; in stukken)
-
onklaar (buiten gebruik; defect; stuk)
-
onklaar (troebel; onduidelijk; niet helder; vaag; onhelder; niet duidelijk)
Translation Matrix for onklaar:
Related Words for "onklaar":
External Machine Translations: