Summary
Dutch to Swedish: more detail...
-
openhartig:
- frispråkigt; frispråkig; öppen; rakt; rak; ärligt; öppet; frankt; ärlig
Dutch
Detailed Translations for openhartig from Dutch to Swedish
openhartig:
-
openhartig (onverbloemd; onomwonden; ronduit; onbewimpeld; onverholen; ruiterlijk)
-
openhartig (oprecht; open; onomwonden; onbewimpeld; ronduit; onverholen; vrij; vrijelijk; vrijuit)
-
openhartig (eerlijk; rondborstig; oprecht; fideel; trouwhartig)
Translation Matrix for openhartig:
Related Words for "openhartig":
External Machine Translations: