Dutch

Detailed Translations for openingen from Dutch to Swedish

openingen:

openingen [de ~] noun, plural

  1. de openingen (mondingen)

Translation Matrix for openingen:

NounRelated TranslationsOther Translations
mynningar mondingen; openingen

Related Words for "openingen":


opening:

opening [de ~ (v)] noun

  1. de opening (bres; gat)
    bräcka; brytning; lucka; rämna; bräsch
  2. de opening (sleuf; gleuf; kier)
    myntinkast; springa
  3. de opening (aanvang; begin; start; inzet)
  4. de opening (inkeping; kloof; reet; )
    hål; urringning; vrå; skreva; hålighet; klyvning; springe
  5. de opening (langwerpige uitholling; gleuf; sleuf)
    dike
  6. de opening (deuropening)
  7. de opening (tussenruimte; kloof; uitsparing; spleet)
    springa; spricka; skreva; vrå

Translation Matrix for opening:

NounRelated TranslationsOther Translations
brytning bres; gat; opening borstwering; lichtbreking; straalbreking
bräcka bres; gat; opening gebrek; manco; zwakheid
bräsch bres; gat; opening
början aanvang; begin; inzet; opening; start beginne; beginstadium
dike gleuf; langwerpige uitholling; opening; sleuf afsluitdijk; dam; dijk; geul; greppel; sloot; vaargeul
dörröppning deuropening; opening
hål barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing compartiment; coupé; gaatje; gat; groeve; kuil; lek; lekken; mijn; mijngroeve; tanding; uitholling; waterlek
hålighet barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing gewrichtsholte; gewrichtskom; hol; holheid; holle ruimte; kom; kuil; leegheid; uitholling; voosheid
klyvning barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing afsplijten; afsplijting; afsplitsen; afsplitsing
lucka bres; gat; opening gaping; hiaat; lacune; leegte; leemte; luik; onderdeur
myntinkast gleuf; kier; opening; sleuf
rämna bres; gat; opening insnijding; kiertje; split
skreva barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; spleet; split; tussenruimte; uitsparing ravijn
spricka kloof; opening; spleet; tussenruimte; uitsparing barst; breuk; coryfee; crack; gebrek; geweldenaar; kei; kiertje; krak; manco; rotsspleet; ruptuur; scheur; scheuring; zwakheid
springa gleuf; kier; kloof; opening; sleuf; spleet; tussenruimte; uitsparing kiertje
springe barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing
urringning barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; split; uitsparing decolleté
vrå barst; gat; groef; inkeping; kloof; opening; reet; scheur; spleet; split; tussenruimte; uitsparing hoek; hoekje; holte; nis; schuilhoekje
- gat
VerbRelated TranslationsOther Translations
bräcka wrikken
rämna openrukken
spricka aan stukken springen; een krakend geluid maken; klieven; kloven; kraken; openhakken; splijten; splitsen; uiteensplijten
springa draven; hard rennen; hardlopen; hollen; pezen; rennen; sjezen; snel gaan; sprinten

Related Words for "opening":


Synonyms for "opening":


Related Definitions for "opening":

  1. ruimte die niet gevuld is1
    • je neus heeft twee openingen1
  2. handeling waardoor het niet meer gesloten is1
    • de opening van de tentoonstelling1

Wiktionary Translations for opening:


Cross Translation:
FromToVia
opening öppning aperture — opening
opening bländare aperture — something which restricts the diameter of the light path through one plane in an optical system
opening hål hole — hollow in some surface
opening hål hole — opening in a solid
opening tomrum; lucka Lücke — Stelle, an der etwas fehlt, das dort sein sollte
opening grop; avgrund; bottenlöst hål; gap gouffrecavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.

External Machine Translations: