Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ophemelen:


Dutch

Detailed Translations for ophemelen from Dutch to Swedish

ophemelen:

ophemelen verb (hemel op, hemelt op, hemelde op, hemelden op, opgehemeld)

  1. ophemelen (hemelhoog prijzen; de hemel in prijzen)
    berömma; lovorda; prisa
    • berömma verb (berömmer, berömde, berömt)
    • lovorda verb (lovordar, lovordade, lovordat)
    • prisa verb (prisar, prisade, prisat)

Conjugations for ophemelen:

o.t.t.
  1. hemel op
  2. hemelt op
  3. hemelt op
  4. hemelen op
  5. hemelen op
  6. hemelen op
o.v.t.
  1. hemelde op
  2. hemelde op
  3. hemelde op
  4. hemelden op
  5. hemelden op
  6. hemelden op
v.t.t.
  1. heb opgehemeld
  2. hebt opgehemeld
  3. heeft opgehemeld
  4. hebben opgehemeld
  5. hebben opgehemeld
  6. hebben opgehemeld
v.v.t.
  1. had opgehemeld
  2. had opgehemeld
  3. had opgehemeld
  4. hadden opgehemeld
  5. hadden opgehemeld
  6. hadden opgehemeld
o.t.t.t.
  1. zal ophemelen
  2. zult ophemelen
  3. zal ophemelen
  4. zullen ophemelen
  5. zullen ophemelen
  6. zullen ophemelen
o.v.t.t.
  1. zou ophemelen
  2. zou ophemelen
  3. zou ophemelen
  4. zouden ophemelen
  5. zouden ophemelen
  6. zouden ophemelen
en verder
  1. is opgehemeld
  2. zijn opgehemeld
diversen
  1. hemel op!
  2. hemelt op!
  3. opgehemeld
  4. ophemelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ophemelen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
berömma de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen lofprijzen
lovorda de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen
prisa de hemel in prijzen; hemelhoog prijzen; ophemelen prijzen; van een prijs voorzien